
Mussen
Het is winter. Alles is tot rust gekomen. Het is stil en sereen in de tuin in afwachting van het nieuwe groeiseizoen….
Nee dus! Een intens lawaai stijgt er op vanuit de heg naast ons huis. Ik sluit mijn ogen en zie even een Italiaans dorpsplein voor me. Zo’n plein vol met dorpsmensen, die elkaar de nieuwtjes van de dag toeroepen, ruziën over het een en ander en elkaar vol passie proberen te overstemmen. Vrolijk, baldadig, vol bruisend leven en emotie. Onverstaanbaar wordt er door elkaar heen gebruld en niemand die zich eraan stoort. Zo klinkt mijn heg dus op een winterdag.
Ik loop om het huis heen, hoor het lawaai aanzwellen als ik dichterbij kom, de hoek om, en dan…stilte. Op wat gefladder na is het doodstil. Alsof het plein verlaten is tijdens de siësta, het stof nog na dwarrelend van alle drukte.
Maar ik weet dat ze er zijn. Als ik goed mijn best doe zie ik oogjes gluren tussen de takken. Ronde speldeknopjes in een bolletje veren. In de boom tussen de takken verscholen en in de heg achter de laatste verdorde blaadjes verstopt.
Als ze zien dat ik het ben beginnen de dappersten alweer voorzichtig tegen me te kwetteren. Als ik de voerbakjes pak, om mee naar binnen te nemen en te vullen, barst het tumult weer los. Luidkeels moedigt het dorp me aan in de heg, en word ik achtervolgd naar de voordeur. Dan weer afwachtend stil tot ik terug kom.
Vervolgens lijkt het getier en geroep te verdubbelen terwijl ze zich, over elkaar heen tuimelend, storten op het voer. Weer dat dorpsplein, nu met lange tafels vol eten als op een feestdag. Er worden broden over gegooid en vrouwen met grote knuisten delen het eten rond. Kinderen hollen joelend om de tafel totdat ze gegrepen worden door een vader of oom en aan een bord vol dampende pasta worden gezet.
Zo klinkt de heg. Etenstijd. Er worden zaadjes doorgegeven, er is een wedstrijd ‘met zoveel mogelijk tegelijk aan een voerbak hangen’ en er lijkt constant ruzie. Maar in de kluwen zit systeem. Kleintjes worden gevoerd, er wordt plaats gemaakt voor elkaar en iedereen komt aan de beurt.
Dit beweeglijke lawaaiige volkje zijn natuurlijk mussen. Ze leven als één grote familie in mijn heg. Het is hun terrein. Hun huiskamer om in te kletsen, hun keuken om gezamenlijk te eten en s’nachts hun slaapkamer, zittend op een rijtje en eindelijk even stil.
Wat ben ik gaan houden van het lawaai dat soms zo oorverdovend is dat ik mijn eigen gedachten niet meer hoor. Een wel heel fijne vervanging voor de klingelende tram en het constante geruis van de stad.

Zaaien

De strijd om een (vogel)huis
Dit vind je misschien ook leuk

Kippen en winter
15 februari 2021
Het is hier een bende
21 november 2022
3 reacties
Henriette
Fijn dit! Haalt de natuur voor heel eventjes mijn stad in, zo beeldend als je schrijft. Heerlijk rustpuntje, dank!
Lila Locher
Prachtig geschreven, mooie vergelijking ook.. de musjes, ik kan ook zo van ze genieten met hun heerlijk gekwetter!
inge
Wat fijn dat je het schrijven weer opgepakt hebt, voor mij een teken dat je weer verder gaat.
Ik zie de italiaanse familie ook helemaar voor mij, vakantie gevoel.